Het lichaam van veel vermoeidheidspatiënten is belast door zware metalen. Door de industriële vervuiling in het milieu komen chemicaliën en zware metalen ons lichaam binnen via de lucht die we inademen en het voedsel dat we eten. De belangrijkste bronnen van die lichaamsvergiftiging zijn verven, houtbewerkingsmiddelen, insecticiden, pesticiden, olieverbranding, vaccinaties, vervuiling uit de zee (zware metalen en PCB’s in vis!) en amalgaamvullingen in tanden.
Amalgaamvullingen bestaan voornamelijk uit kwik, met daarnaast een kleinere hoeveelheid zilver, koper, zink en tin. Kwik uit amalgaamvullingen is mede oorzaak van fibromyalgie, CVS, MS, depressie en angstaanvallen. Ik adviseer patiënten met ernstige vermoeidheidsproblemen (en ook patiënten met auto-immuunziekten zoals reuma en MS) steeds om amalgaamvullingen te laten verwijderen als ze er meer dan drie hebben.
Als je amalgaamvullingen hebt – of als je veel vis eet – en je wilt weten in hoeverre je lichaam vergiftigd is door kwik, dan kun je dat laten opsporen door een chelatietest. Hierbij wordt het kwik gebonden met een chelator (DMPS), die intraveneus (of oraal, via tabletten) wordt toegediend. Daarna moet je gedurende zes uur urine verzamelen. In de urine wordt dan gemeten hoeveel kwik je hebt uitgeplast. Zo krijg je een idee van de hoeveelheid kwik in je lichaam. Houd er echter rekening mee dat veel labs (en ook artsen) de zogenaamde ‘normale waarden’ voor zware metalen verkeerd interpreteren. In principe zijn er geen normale waarden: kwik hoort niet in het lichaam thuis. Chronische kwikvergiftiging valt echter altijd onder de ‘normale waarden’. Alleen bij acute intoxicaties zijn hoge kwikconcentraties in het bloed terug te vinden.